Door mr. David Souisa, student-stagiair bij NeXT advocaten
Op 29 september 2020 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de toepassing van extrapolatie in een ontnemingsprocedure. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft deze berekeningsmethode volgens de Hoge Raad goed toegepast.
Extrapolatie is een onbekende maar verstrekkende rekenmethode die met regelmaat wordt toegepast in ontnemingsprocedures. De methode komt kortgezegd op het volgende neer. Op basis van bewijsmateriaal wordt uit bepaalde omstandigheden in een bepaalde periode de conclusie getrokken dat er een X-bedrag is verdiend met strafbare feiten. Deze periode wordt de ‘referentieperiode’ genoemd. Die referentieperiode moet voldoende representatief zijn voor een andere periode. Deze moet dus min of meer gekopieerd kunnen worden naar een eerdere of latere periode. Als dat mogelijk is, dan mag worden aangenomen dat in die andere periode navenant hetzelfde geld is verdiend. De referentieperiode kan bij het gebruik van deze methode dan ook worden gezien als een steekproef van het grotere geheel.
In deze zaak werd de inkoper van een coffeeshop een betalingsverplichting opgelegd van € 350.000,00 ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel (WVV). De inkoper werd in eerste instantie vervolgd en veroordeeld voor een overtreding van de gedoogvoorwaarden van de coffeeshop. Op grond van die veroordeling legde het hof een betalingsverplichting op ter ontneming van WVV. De coffeeshop had namelijk omzet verzwegen en dat is WVV.
Voor de toepassing van de extrapolatiemethode ging het hof uit van 16 random gekozen dagen waarop meer klanten binnen zouden zijn geweest dan het kassasysteem registreerde. Het niet-geregistreerde deel van de klanten zou ‘onder de toonbank’ hebben betaald. Vervolgens extrapoleerde het hof aan de hand van een verklaring van de hennepleverancier de gemiddelde verzwegen omzet op de 16 controledagen naar een periode van vijf jaren(!). De leverancier verklaarde namelijk dat hij in de afgelopen vijf jaren steeds dezelfde hoeveelheid hennep had geleverd.
De Hoge Raad ziet in de bovenstaande redenering van het hof geen bezwaar. Wel merkte AG Aben in zijn eerdere conclusie op dat ter discussie kan staan of de feiten en omstandigheden van het concrete geval zodanig zijn dat extrapolatie in concreto gewettigd is. Dus of deze wel gekopieerd mogen worden. De strafrechtspecialisten bij NeXT advocaten kunnen bij uitstek vertellen of deze wijze van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel in een concrete zaak toelaatbaar is.