Actualiteiten

Strafrechter gaat niet akkoord met onderzoek door verzekeraar naar fraude

De Rechtbank Rotterdam heeft op 29 oktober 2019 drie strafzaken behandeld tegen mensen die werden verdacht van verzekeringsfraude. De verdachten zouden hun verzekeraar hebben opgelicht door bijvoorbeeld een claim in te dienen voor geleden schade als gevolg van een auto-ongeluk dat niet zou hebben plaatsgevonden.

De verzekeringsmaatschappij had haar eigen medewerkers onderzoek laten doen en een dossier opgesteld. De Politie had de verdachten in kwestie vervolgens alleen gehoord over dit dossier maar zelf geen onderzoek gedaan. De officier van justitie (OvJ) vervolgde de verdachten dus op basis van een onderzoek dat niet door de Politie was verricht maar door een private partij (de verzekeringsmaatschappij).

De strafrechter vond dat er in deze zaken geen opsporingsonderzoek was verricht zoals bedoeld in de wet en dat is in strijd met de eisen van de goede procesorde. De OvJ werd daarom niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de wet moet opsporing namelijk plaatsvinden onder het gezag van de OvJ en voornamelijk worden gedaan door opsporingsambtenaren. Dat is in deze zaken niet gebeurd.

De verzekeringsmaatschappij en de OvJ werkten in deze kwestie alleen samen; de verzekeringsmaatschappij handelde niet onder gezag van de OvJ en haar medewerkers zijn geen opsporingsambtenaren. De Politie heeft de verdachten weliswaar gehoord maar verder geen onderzoek gedaan. De verdachten mochten bij de Politie alleen reageren op een al afgerond onderzoek.

Het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gegaan tegen dit oordeel en hoopt binnenkort een oordeel van het Hof te krijgen over deze werkwijze. Wordt vervolgd dus!

Dit bericht is geplaatst op 15 november 2019.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met: