Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 31 januari 2020 een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden omdat hij het zogenaamde BIBOB-inlichtingenformulier niet juist had ingevuld (ECLI:NL:GHAMS:2020:329).
De man vroeg in 2017 een omgevingsvergunning aan bij de gemeente Amsterdam. Dergelijke aanvragen vallen onder de reikwijdte van de Wet BIBOB. Dat betekent dat de gemeente onderzoek kan doen naar de aanvrager van de vergunning en andere betrokkenen. De gemeente wil hiermee voorkomen dat de vergunning uiteindelijk wordt gebruikt voor criminele doeleinden. Dit heet het zogenaamde BIBOB-onderzoek.
Het inlichtingenformulier voor dat onderzoek bevat onder meer de vraag of de aanvrager in de afgelopen vijf jaar is veroordeeld, een schikking is aangegaan met het Openbaar Ministerie of anderszins in aanraking is geweest met politie en justitie.
De man in kwestie had deze vraag negatief beantwoord terwijl hij in 2015 een transactievoorstel had geaccepteerd vanwege overtreding van asbestwetgeving.
Het Gerechtshof oordeelde dat de man al doende valsheid in geschrift pleegde. Het accepteren en het voldoen van een transactie betekent dat hij in aanraking is geweest met Politie en Justitie. Hij had de vraag om die reden positief moeten beantwoorden. Door dit niet te doen, heeft hij het formulier opzettelijk onjuist ingevuld.
De Rechtbank had de man hiervoor in eerste instantie veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uren. In hoger beroep eiste het Openbaar Ministerie een onvoorwaardelijke taakstraf van 100 uren. Het Gerechtshof was echter van oordeel dat dergelijke strafbare feiten moeten worden bestraft met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en legde een gevangenisstraf van twee maanden op. De overheid moet volgens het Gerechtshof ervan op aan kunnen dat burgers overheidsformulieren naar waarheid invullen.
Als u bij de aanvraag van vergunningen geconfronteerd wordt met een BIBOB-onderzoek of anderszins hierover vragen hebt, dan helpen wij u graag verder.