De Eerste Kamer heeft inmiddels ingestemd met een nieuw stelsel voor toezicht in de bouw.
Op 14 mei 2019 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Met die wet wordt, volgens de wetgever, de consument beter beschermd tegen gebreken die na de oplevering van de bouw worden ontdekt. De wettelijke aansprakelijkheid van de aannemer wordt aangescherpt met dit wetsontwerp. De kwaliteitscontrole dient door de markt zelf te geschieden (daar waar de kwaliteitscontrole in het verleden door bouw- en woningtoezicht van de gemeente geschiedde). Er komt een gecertificeerde kwaliteitscontroleur die het bouwplan toetst op risico’s en op de bouwplaats controleert of het werk aan alle bouwvoorschriften voldoet. De bouwers worden derhalve zelf aansprakelijk voor de kwaliteit van hun bouwwerken. Sluitstuk is dan ook dat dit gepaard gaat met een uitbreiding van de aansprakelijkheid voor eventuele gebreken.
Het nieuwe stelsel treedt stapsgewijs in werking en geldt vanaf 1 januari 2021 voor de bouwwerken in de laagste risicoklasse. Dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en eenvoudige bedrijfspanden. Langs die weg kan de markt ervaring opdoen met de nieuwe werkwijze van toezicht in de bouw. Er blijft overigens wel een publiek toezicht op de werking van het stelsel.